Ik betrap me erop dat ik de laatste 2 weken wel wat flessen rode wijn heb geopend. En dat is niet van mijn gewoonte: ik ben een witte wijn drinker, en ik kom uit een warme zomer vol frisse witte wijn. En toch koos ik de laatste tijd eerder voor rood.
Komt dat jou bekend voor? Heb je ook het gevoel dat je andere wijnen kiest als de seizoenen wisselen. Dat is volkomen normaal!
Als het herfst wordt, gaan we ons anders kleden, hebben we terug vaker activiteiten binnen, en eten we ook anders. En daar horen andere wijnen bij.
In de keuken maken we nu de shift van frisse gerechten naar rijpe gerechten. Bij 'fris' denk je aan lente en zomer, bij 'rijp' denk je aan herfst en winter.
Ingrediënten spelen een grote rol in het smaaktype van een gerecht. Zo heb je groenten die gerechten een frisse toets geven, zoals komkommer, rauwe tomaat, venkel, waterkers, rabarber. En je hebt groenten die gerechten een rijpe toets geven, zoals zoete aardappel, pompoen, champignon, knolselder, rode biet.
Ook het toevoegen van kruiden is van belang: kruiden zoals dille, dragon, citroenmelisse, bieslook en kervel geven je gerechten een frisse toets. Gebruik je echter komijn, laurier, oregano, kruidnagel, kaneel, tijm, of nootmuskaat, dan geef je je gerecht een rijp karakter.
En als je fruit aan je gerecht toevoegt, dan heb je de keuze tussen fris fruit zoals druiven, citrusfruit, appel, kiwi, aardbei of abrikoos, of je geeft je gerecht een rijpe toets met vijgen, meloen, perzik, banaan of krenten.
En naast de ingrediënten, heeft ook de bakwijze een invloed op het smaaktype. Koken, stomen en blancheren zorgen ervoor dat het karakter en de smaak van de ingrediënten behouden blijft. Als je gaat bakken, roerbakken, stoven, roosteren of frituren, zorg je ervoor dat je gerechten een rijper karakter krijgen. Waar we in de zomer eerder een frisse tomatensla eten, zullen we in de winter eerder tomaten in de oven eten: en zo wordt een fris ingrediënt ineens een pak rijper.
Deze shift in gerechten, heeft ongetwijfeld een invloed op de wijnen die we hierbij kiezen. Van frisse, sprankelende wijnen met wat zuurtjes, gaan we over naar warmere, rijpere wijnen.
Witte wijn kan nog steeds: ga dan voor rijpere wijnen, zoals witte Bordeaux, Godello, houtgelagerde Chardonnay, Viognier. En grijp in rood naar Beaujolais, Zinfandel, Nebbiolo, Grenache, Pinot Noir.
Voor het gerecht hierboven, gehaktballen in een witte saus met prei, knolselder en appeltjes, kon ik alleen maar denken aan de Pinot Noir van Wolfgang Heupel, mijn laatste fles. De Pinot Noir maakt het gehakt heel sappig en de frisse zuurtjes in de wijn vormen een mooie balans met het volle van de saus.
Heb jij nog goede combinaties tussen wijn en gerecht, ideaal voor deze herfst? Laat niet na ze met ons allen te delen!
Comments